Sterfbed en cortisol

Aan doodgaan gaat vaak een langdurige doodstrijd vooraf. Dit is vooral als er sprake is van een slopende ziekte en de zieke nog relatief jong is. Er is dan een worsteling met de dood. Geliefden, vrienden en familieleden rapporteren vaak in de uren voordat de ernstige zieke persoon komt te overlijden een kalmte, een rust die plotseling over de stervende heen lijkt te komen.

Alsof de stervende dit leven loslaat en zich overgeeft aan het onvoorwaardelijke afscheid van het aardse leven. Een biologisch verklaring voor dit ‘vredig heengaan’ of dit ‘rustig inslapen’ was tot nu toe nog niet gevonden. Dick Swaab, hersenonderzoeker van het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek (NIH) zag bij pasoverledenen medio jaren negentig sterk verhoogde gehalten van het stresshormoon cortisol in het bloed en de hersenvloeistof.

Deze cortisolspiegels bleken zelfs 20 keer hoger te zijn dan bij levende mensen in stressvolle omstandigheden. Een belangrijke functie van cortisol is dat het lichaam heel snel energie kan vrijmaken om levensbedreigende situaties af te wenden. Bij iemand die komt te sterven kan de levensbedreigende situatie uiteindelijk niet worden afgewend.

Wat opvalt is dat mensen die ‘in het harnas sterven’ ofwel bijvoorbeeld plotseling sterven in een verkeersongeluk, geen extra cortisol aanmaken.

Als psychologische stress de oorzaak zou zijn van de extra cortisol aanmaak bij de naderende dood dan zouden we dit dus niet zien bij mensen met sterk verlaagd bewustzijn zoals bij Alzheimer-patienten en mensen met hoge doses morfine in de terminale fase van hun ziekte.

Cortisol is eenvoudig te meten in het bloed en dus weinig belastend voor de patiënten.

Onderzoekers van het NIH vonden bij zowel bij pas gestorven Alzheimerpatienten als zojuist overleden met een zeer hoge doses morfine (hieronder bevonden zich een aantal patiënten die bewust voor euthanasie hadden gekozen) zeer hoge waarden van cortisol.

Opvallend was verder dat de groep met de ernstige vormen van Alzheimer (in ver gevorderd stadium van ziekteproces) hogere waarden van cortisol liet zien dan de mildere vormen van Alzheimer.

De hoge doses morfine leiden dus ook niet tot lagere niveau’s van cortisol. De zeer hoge niveau’s van cortisol zijn dus geen gevolg van psychologische stress, maar hebben eerder een fysieke oorzaak. Mogelijk zijn ze een gevolg van de ontregeling en desintegratie van het lichaam.

Vervolgonderzoek zal moeten uitwijzen of andere stoffen in de hersenen (neurotransmitters) zoals serotonine, dopamine of vasopressine in de laatste levensfase het vredig heengaan kunnen verklaren.

Bron: René Didde, de volkskrant

Dit bericht is geplaatst in stress met de tags , , . Bookmark de permalink.