De Zalm: stress, kuitschieten en de dood
Zalmen leven in Noord-Amerikaanse en Europese rivieren en aan de kusten van Noord-Spanje tot Noord-Noorwegen en Rusland. De zalm heeft een hypothalamus, hypofyse en bijnierachtig weefsel dat cortisol produceert. Ze hebben een immuunsysteem met witte bloedcellen genaamd Tcellen (vernietigen bacteriën) en hebben Bcellen die antilichamen vormen.
Cortisol vult, net zoals bij mensen, de glucosereserves weer aan en remt het immuun systeem. Ze hebben een autonoom zenuwstelsel dat onvrijwillige processen reguleert door de zenuwen die contact hebben met organen, bloedvaten en klieren. Verder hebben ze in de hersenen een eenvoudig limbisch systeem dat net als bij mensen zorgt voor emotionele verwerking.
Elke dreiging dat het evenwicht van de zalm verstoort activeert het stress respons systeem, het bijzonder de HHB-as (hypothalamus-hypofyse-bijnier).
Niet alles wat een zalm bedreigt zet de HHB in werking. Het metaal cadmium, een verontreiniger in gebieden met mijnbouw, is dodelijk voor vissen. Vissen die sterven door cadmium vergiftiging laten geen klassieke tekenen zien van stress. Het metaal werkt als een verdover en brengt de vis in een staat van permanente slaap. Koper, een net zo dodelijke gifstof, is een duidelijke stressor. Het doodt de vis door het opstuwen van de cortisol niveaus en jaagt dus de HHB-as op.
Zalmen zwemmen zo zonder te beseffen wat er gebeurt water waarin cadmium is opgelost in terwijl ze juist water waarin koper is opgelost vermijden.
Zalmen vermijden alles wat de HHB-as opjaagt. Het water aantikken met je hand en het gelijke geluid produceren als een vogel die het wateroppervlak aanraakt, leidt bij de zalm tot een stressreactie.
Overbevolking van zalmen in een rivier leidt eveneens tot forse stressreacties. Deze overbevolking zorgt ervoor dat de groei van het zalmjong afneemt en zelfs stopt.
Zalmen worden in rivierwater en zwemmen de rivier af naar de oceaan waar ze leven als volwassenen. De stressor die zalmen niet vermijden is de zwemtocht terug de rivier op naar de geboortewaters als ze ongeveer 2 jaar oud zijn. Terug in de rivier leggen ze de eitjes na soms wel een tocht van 1600 km. De reis duurt soms 9 maanden en de verhoging van cortisol in het lichaam is het signaal voor de start van de reis. De zalm op terugreis naar zijn geboortegrond (geboortewater dus) laat tekenen zien van ernstige stress.
Zalmen planten zich alleen voort in water dat koud is, snel stroomt, veel zuurstof bevat en niet vervuild is. De weg terug vinden ze met behulp van de zon, zoals de trekvogels dat doen. Bij het vinden van de juiste rivier en riviertak zou ook de geur nog een belangrijke rol spelen.
Als ze starten met de terugreis stoppen met voedsel tot zich te nemen en hun maag-darmkanaal verschrompelt. Tegen de tijd dat ze de eitjes leggen (kuit schieten) hebben de zeer hoge cortisol niveau’s de energievoorraden uitgeput en hun immuunsysteem vernietigd. Ze sterven na het kuit schieten en meest stervende zalmen tonen ernstige infecties. De zalmen hebben dan zeer grote bijnieren, maagzweren en nierbeschadigingen. Ze hebben eveneens veel afzettingen van beta-amyloid in de hersenen. Deze afzettingen zien we ook bij mensen met de ziekte van alzheimer. De voortdurende blootstelling aan cortisol is de vermeende oorzaak van de dood.
De meeste rivieren waarin ze kuitschieten, bijvoorbeeld in Alaska, bevatten niet meer dan smeltsneeuw en hebben dus onvoldoende voedingsstoffen om zowel volwassen en pasgeboren zalmen te kunnen voeden. Sommige biologen denken zelfs dat de volwassen zalmen indirect het voedsel worden voor de pasgeboren zalmen doordat de dode zalmlichamen zorgen voor de groei van plankton dat weer gegeten wordt door de pasgeboren zalmen.
bron: Bruce McEwen. The end of stress as we know it (aangevuld vanuit Wikipedia)
Sapolsky. why zebra’s don’t get ulcers